Wethouders treden na hun termijn af op het moment dat de nieuw verkozen raad ten minste de helft van het aantal wethouders heeft benoemd en deze benoemingen zijn aangenomen.
Ontslag
Een wethouder kan te allen tijde ontslag nemen. De wethouder moet dan de raad schriftelijk meedelen dat hij gaat aftreden.
Dit kan met onmiddelijke ingang of met ingang van de dag gelegen een maand na de dag waarop hij zijn ontslag heeft genomen. Er geldt in het tweede geval dus een opzegtermijn van een maand. Indien zijn opvolger eerder zijn benoeming aanvaardt, dan gaat het ontslag in op de dag van aanvaarding van benoeming van zijn of haar opvolger.
Indien de raad zijn vertrouwen in de wethouder opzegt en de wethouder neemt niet zelf ontslag, dan is de raad bevoegd om de wethouder te ontslaan.
Art. 42, 43, 46, 47 en 49 Gemeentewet
Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (artikel 3.2.1)