Integer bestuur: vanuit het perspectief van wethouders

Integer bestuur

Onze democratische rechtsstaat kan niet zonder een goed functionerend openbaar bestuur. Ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers spelen hierbij een belangrijke rol. Zij nemen een bijzondere positie in, omdat mensen erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid eerlijk en betrouwbaar is. Dat zij niet voor zichzelf werken, maar voor het algemeen belang en dat ze dienstbaar zijn aan de samenleving. Om deze reden heeft minister Hanke Bruins Slot een brief over het integriteitsbeleid openbaar bestuur aan de Tweede Kamer gestuurd.

Allereerst is het goed dat BZK de aanjagende en normerende rol pakt en meer harmonisatie aan wil brengen in het integriteitsbeleid. Het Handboek speelt hier een belangrijke rol in.

Ook de Wethoudersvereniging ziet een rol weggelegd voor politieke partijen in het screenen en selecteren van hun ambtsdragers. Ondersteuning bij deze rol is aan te bevelen. Ook zelfanalyse is hierbij dienstbaar. Bij gebrek aan een dergelijke zelfanalyse voor wethouders, zijn wij voornemens te verkennen wat wij als beroepsvereniging hierin kunnen betekenen.

Integriteit als politiek wapen
Terecht wordt het oordeel van de Raad van State aangehaald in het feit dat het begrip integriteit steeds verder gejuridiseerd wordt. Ook wij herkennen dit en zien dat integriteit ook steeds vaker inzet van politiek wordt. In een recent onderzoek, dat met steun van de Wethoudersvereniging is uitgevoerd, is ook gebleken dat een beschuldiging sec voldoende is om een wethouder te doen aftreden, ook als later blijkt dat de beschuldiging onterecht bleek. In dit soort gevallen is het noodzakelijk dat er in gemeenten, na beschuldiging, een zorgvuldig proces wordt opgestart.

Gemeente Eindhoven heeft hierop een goed protocol opgesteld. Wij bevelen gemeenten aan om naar dit voorbeeld een eigen protocol op te stellen.

Betere bescherming
Wij zijn de laatste jaren groot aanjager geweest van de vergoeding van (juridische) ondersteuning van verdachte politieke ambtsdragers. De praktijk leert dat gemeenten hier zeer wisselend mee om gaan en verdachten niet zelden met hun rug tegen de muur staan in een proces waarbij vaak niet eens duidelijk is wat hen ten laste wordt gelegd. De Wethoudersvereniging zet in op de aanpassing van het rechtspositiebesluit ten aanzien van deze juridische ondersteuning. Hier wordt door BZK momenteel serieus naar gekeken.

Rol van de burgemeester
De Wethoudersvereniging heeft een punt van zorg geuit bij het ministerie van BZK: De rol van de burgemeester als hoeder van de integriteit in relatie tot collegiaal bestuur. De praktijk laat zien dat burgemeesters worstelen met deze rol. Indien een wethouder beschuldigd wordt van niet integer handelen, of ongewenst gedrag, zien wij burgemeesters soms een zorgvuldige procedure hanteren (aan de hand van een protocol zoals bijvoorbeeld in Eindhoven is vastgesteld), maar soms ook de rol van inquisiteur op zich nemen en het adagium van ‘de onderste steen moet boven’ of ‘waar rook is, is vuur’ hanteren.

Het afgelopen jaar hebben de voorzitter en de directeur van de Wethoudersvereniging hier op basis van onderzoek over Moresprudentie van Rogier van der Wal en Willeke Slingerland in een opiniestuk in de Volkskrant aandacht voor gevraagd. Het risico van een beschuldiging - voordat het tegendeel is bewezen - ligt op de loer en dat zou een kwalijke ontwikkeling zijn. Zeker in een tijd waar het afbreukrisico van bestuurders al sterk voelbaar is. In andere gevallen verlamt het de burgemeester.

De mogelijke oplossing die in de brief van BZK voor complexe situaties wordt aangedragen, zoals verwoord op pagina 17, is onzes inziens niet de juiste oplossing. Een meldplicht van de burgemeester aan de raad en een eigen constatering of wethouders al dan niet de integriteitsnormen hebben geschonden, brengt burgemeesters in een onmogelijke positie en in conflict met hun rol ten aanzien van het bevorderen van collegiaal bestuur.

Handboek
Tot slot presenteerde het ministerie van BZK eveneens een Handboek Integriteit. Dit handboek bundelt alle beschikbare informatie over de integriteit van politieke ambtsdragers binnen de decentrale overheden. Het doel is om de decentrale overheden te ondersteunen bij het bevorderen van de bestuurlijke integriteit en de aandacht voor het onderwerp en het integriteitsbewustzijn bij politieke ambtsdragers te vergroten.