
Column Jeroen van Gool: Gratis en voor niets...?
In deze periode van collegevorming wordt de Wethoudersvereniging door veel aspirant en voormalig wethouders benaderd. Veel van de vragen hebben betrekking op het al dan niet afsluiten van een terugkeerregeling en het aanvragen van politiek verlof. In 2019 is de rechtspositie van politieke ambtsdragers gewijzigd. Er is een rechtspositieregeling gekomen voor de verschillende ambten, daar waar er eerder verschillende per ambt waren. Veel van de harmonisatieslag is een verbetering geweest, maar op enkele onderdelen zien we nu toch ook wat weeffoutjes ontstaan in de uitvoering.
Allereerst lopen veel mensen die wethouder willen worden er tegenaan dat het politiek verlof dat de oude werkgever biedt dusdanig beperkt is, dat je het wethoudersambt niet uit kunt oefenen. Werk je in het bedrijfsleven dan heb je op grond van het burgerlijk wetboek alleen recht op politiek verlof voor de duur van de collegevergadering. Werk je bij het rijk dan geldt er een staffel waarbij je alleen als wethouder van een grote gemeente recht hebt op volledig verlof. En kom je bij een gemeente vandaan, dan is alleen politiek verlof mogelijk als je deeltijd wethouder wordt. Dan mag je dus een meer dan voltijds ambt vervullen in combinatie met een deeltijdbaan bij je oude werkgever. Je zou er haast cynisch van zeggen dat dit getuigt van zeer veel inzicht in wat het wethoudersambt zoal omvat en dat we weten hoe we het ambt aantrekkelijk en toegankelijk houden met elkaar.
Een ander in het oog springend punt dat niet geharmoniseerd is, is dat van het professionaliseringsfonds. Voor burgemeesters geldt al sinds jaar en dag dat zij gratis opleidingen mogen volgen via hun Genootschap. Een verworven recht dat nog stamt uit de tijd dat er een aparte CAO voor burgemeesters was. Ik gun ze dit recht van harte, maar het onderscheid met wethouders is hierdoor wel een grote. Er zijn 344 gemeenten, waarvan 316 een Kroonbenoemde burgemeester hebben. Zij hebben elk ongeveer €3.000,- per jaar te verspijkeren uit het door het Rijk gefinancierde Professionaliseringsfonds. Het bedrag dat per wethouder door rijkssubsidie beschikbaar is gesteld, bedraagt nog geen €200,- per jaar. Een immens verschil, waardoor wethouders bij opleidingswensen genoodzaakt zijn bij de raad aan te kloppen voor budget. Maar onder financiële druk en onzekerheden, zijn zij niet snel geneigd dit te doen.
Wij zitten midden in de eindexamenperiode. De vlaggen met tassen worden voorzichtig van zolder gehaald. Toen ik van de middelbare school kwam, zei mijn opa "Jeroen, ik heb gratis op school gezeten, maar jij voor niets...". Motiverende taal om daarna toch maar weer verder de schoolboeken in te kruipen, kun je je voorstellen. De afgelopen periode hebben wij gelukkig weer veel wethouders aan een certificaat mogen helpen of van nieuwe kennis of vaardigheden mogen voorzien. Ik gun dat de wethouders van de huidige periode ook van harte. Maar het is niet vanzelfsprekend.
Juist in een tijd waarin de taakverzwaring van het wethoudersambt voortzet, de uitdagingen voor gemeenten groter worden en de mensen die de klus moeten klaren meer en meer onder druk komen te staan, is het van belang het ambt aantrekkelijk te houden. Dit kan door ruimte voor reflectie (intervisie) in te bouwen, nieuwe inzichten op te doen (opleidingen en masterclasses) of nieuwe vaardigheden te ontwikkelen (trainingen). Mijn oproep aan alle burgemeesters is, stimuleer als hoeder van het college en als medeverantwoordelijke van het goed functioneren van het college, wethouders dezelfde opleidingsmogelijkheden als voor het burgemeestersambt gelden. Aan alle raadsleden roep ik op, wees ruimhartig in opleidingsbudgetten voor wethouders. Verwacht het van jullie bestuur dat zij zich blijven bekwamen en beter willen worden in wat zij doen. De minister roep ik op het wethoudersambt aantrekkelijk te houden door een ruimhartiger professionaliseringsfonds voor wethouders dat zich kan meten aan dat voor burgemeesters. Dat is de investering in ons openbaar bestuur meer dan waard. Dat is misschien niet gratis, maar zeker niet voor niets!