
Column Marcelle Hendrickx: Crisis of transitie
Rien Fraanje en Han Polman schreven in september in hun opiniestuk in NRC: ”Niet elk verwaarloosd probleem is een crisis”. Het woord crisis valt steeds vaker in de media en de politiek. En steeds vaker ook gaan we op die manier aan de slag met thema’s die voorbij komen. Dat is vrij onrustig vaarwater om goed en constructief te besturen. En eigenlijk is het breder dan dat. Ook de samenleving lijkt van ons te verlangen dat we snel en concreet in actie komen. Om daarmee te laten zien dat we het probleem en belangrijker nog, de mensen die het betreft, wel serieus nemen.
Maar de vraag is, zoals Rien Fraanje en Han Polman ook in hun stuk stelden, of alles ook daadwerkelijk een crisis betreft. En of we de mensen die het betreft daar ook echt wel serieus mee nemen. Zijn die crisis niet eerder een symptoom van het verwaarlozen van structurele lange termijn opgaven? En wat gebeurt er eigenlijk als we situaties structureel als crisis blijven benaderen?
Als je het woord crisis googelt, krijg je de volgende definitie: Een crisis (meervoud: crises) is een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel (van welke aard dan ook) ernstig verstoord raakt. Het managen van een crisis vraagt daarom gericht om actie, strakke regie en taakverdeling en het brengen van rust op korte termijn. Niet op duurzame verandering. En voor veel van de thema’s die we met elkaar crisis zijn gaan noemen is juist een duurzame verandering nodig.
Ter illustratie: Iemand een reddingsboei toewerpen die niet kan zwemmen is een hele effectieve oplossing om ervoor te zorgen dat iemand op dat moment dat hij in het water terecht komt niet verdrinkt. De meer structurele en duurzame oplossing zit hem echter in het leren zwemmen.
Een belangrijke vraag is dus hoe zinvol is het om iets als crisis te benaderen? Veel van de thema’s waar we mee te maken hebben, vragen veel vaker om een transformatie- of transitieaanpak dan om een crisisaanpak.
Als je deze begrippen googelt kom je bij: Bij een transitie (meervoud: transities) gaat het om de verandering van de bestuurlijke structuur en de gevolgen daarvan voor de organisatie van de uitvoering. Bij een transformatie (meervoud: transformaties) gaat het om een andere manier van werken, om de zorginhoudelijke vernieuwing. Hiermee aan de slag gaan vraagt veel meer in termen van geduld, aandacht, ruimte en tijd. En daarmee ook wat van onze overwegingen en aanpak. Die transformatie aanpak betreft meestal een veel langere termijn dan onze benoemingsperiode omvat. Daardoor is het minder makkelijk ‘scoren’ wellicht rond verkieizngstijd maar ik denk dat het juist deze aanpak is wat de samenleving van ons vraagt. Als we dit niet doen, hobbelen we van crisis naar crisis. En daar is niks ‘daadkrachtigs’ aan.
Dat vraagt van wethouders dat je de maatschappelijk context goed kent waarbinnen we de situaties, uitdagingen en thema’s in onze (gezamenlijke) portefeuilles benaderen. En het is vaak bepalend voor hoe we ermee omgaan. Zagen we de situatie aankomen, waren we niet goed voorbereid of hebben we misschien weggekeken? Hoe gevoelig zijn we voor de politieke en maatschappelijke druk? Is de situatie misschien wel urgent maar geen crisis? Of vraagt de situatie misschien om zowel een crisisaanpak als een transitie en transformatie om tot duurzame oplossingen voor de toekomst te komen.
Door onszelf wat vaker dit soort vragen te stellen, hierover te lezen en het met elkaar binnen de verschillende landelijke of regionale portefeuilleoverleggen te bespreken, bereiken we hopelijk ook wat rustiger vaarwater. . En vanzelfsprekend, als wethoudersvereniging helpen we jullie graag bij.