Welkom dus op deze digitale versie van onze jaarlijkse conferentie. U bent gelukkig in groten getale aanwezig. Wethouders, oud-wethouders en andere zeer gewaardeerde collegae. In ons midden hebben wij vandaag ook een gedeputeerde, zeg maar de wethouder, van Bonaire. Welkom Nina den Heijer.
Met deze jaarrede wil ik met u stilstaan bij wat wij het afgelopen jaar hebben gedaan, waar wij nu staan en wat u de komende tijd van ons kunt verwachten.
Terugkijkend hebben wij het afgelopen jaar, net als iedereen, geprobeerd het hoofd boven water te houden in deze roerige corona-tijden. Gelukkig hebben wij de meeste activiteiten die u van ons gewend was uit ons Ontwikkelprogramma in licht aangepaste vorm voort kunnen zetten. Ook hebben wij recent nieuwe activiteiten, zoals de leergang Bestuurlijk Leiderschap, opgestart. Het afgelopen jaar hebben we ook voor het eerst resultaten van ons Onderzoeksprogramma naar buiten gebracht of in gang gezet, daarover straks meer.
De individuele dienstverlening hebben wij redelijk stabiel voortgezet en verstevigd. Het is goed om te ervaren dat wij met elkaar, in dit soms wat eenzame ambt, een vereniging hebben die naast ons staat en die waar nodig een luisterend oor of helpende hand biedt. En dat was nodig. Want helaas moeten wij constateren dat ook dit jaar weer meer wethouders zijn afgetreden dan je normaal gesproken zou mogen verwachten in een jaar voor de verkiezingen. Ook agressie en geweld naar politieke ambtsdragers nemen toe. 1 op de 3 raadsleden en 1 op de 2 wethouders of burgemeesters ervaren een zekere mate van agressie, geweld of intimidatie. Dat kan en dat mag niet normaal worden.
“Het schandalige aan het schandaal is dat je eraan went.”, zei Simone de Beauvoir. Laten wij hier met elkaar een streep in het zand trekken. Er niet aan wennen! Willen wij dat de kwaliteit van ons bestuur overeind blijft staan, dan moeten wij schouder aan schouder strijden tegen de ondermijning van onze democratische rechtsstaat. Ook publiekelijk. Dus aarzel niet, doe aangifte wanneer hier aanleiding toe is. Samen zorgen we er voor dat agressie en geweld geen gewone zaak wordt!
Afgelopen jaar is mede met onze inbreng een collectieve norm voor het aangiftebeleid opgesteld, met als uitgangspunt: melden helpt! Of het nu online of offline is, misdragingen tegenover ambtsdragers accepteren wij niet en worden altijd gemeld. Zoek ook steun bij elkaar, in het college, via het Netwerk Weerbaar Bestuur, het Ondersteuningsteam, je eigen politieke partij natuurlijk staan wij zo nodig ook voor je klaar.
Maar, die gezonde omgangsvormen geiden ook voor ons, ook binnen ons eigen metier moeten wij ons gedragen. Steeds vaker doet zich - vaak naar voorbeeld van het Haagse - een verruwing van het debat voor. Politiek op het scherpst van de snede is helemaal niets mis mee, want zo kom je er achter waar iemand in de politiek voor staat. Maar wanneer het fatsoen grenzen voorbijgaat, doen wij toch iets verkeerd met elkaar. Het voegt niets toe, niets meer dan een verdere toename van het wantrouwen naar de politiek. Uit de vele ontmoetingen met raadsleden, wethouders, burgemeesters en uiteraard ook ambtenaren, maak ik op dat deze mensen een groot hart hebben voor de publieke zaak. Die de wereld, beginnend bij het eigen dorp of de eigen stad, iets beter willen maken. Laten we dat vooral uitstralen.
Ook op het terrein van integriteit en ondermijning is het goed om in colleges blijvend met elkaar het gesprek aan te gaan over wat de norm is. Daarom hebben wij het afgelopen jaar achter de schermen gewerkt aan een onderzoek over Moresprudentie; jurisprudentie over de mores rond integriteit. Dit hebben wij ontwikkeld tot een toolkit waar de nieuwe colleges straks gebruik van kunnen maken. Aan de hand van zogenoemde ‘gespreksstarters’ verken je met elkaar waar jouw grenzen, normen en waarden liggen. Dit heeft naar ons oordeel meer effect dan alleen een selectie aan de poort via een Verklaring Omtrent Gedrag of een eenmalige risicoanalyse. Over de Wet over de instelling van een risicoanalyse voor wethouders is vorige week nog bekend gemaakt dat er meer tijd voor nodig is om dit te implementeren. Dat ontslaat ons niet van de taak onze eigen integriteit te onderzoeken. Gebruik daar straks die toolkit voor.
En wat gebeurde er op Rijksniveau in 2021? Een aantal belangrijke wetswijzigingen is behandeld in de Tweede Kamer. Een van de meest actuele wetswijzigingen is die van de Algemene Pensioenwet voor Politieke Ambtsdragers, de APPA. Deze wet gaat over onze uitkering en de planmatige begeleiding naar nieuw werk. Het ligt altijd gevoelig hierover te spreken, omdat de samenleving hier een zeer uitgesproken mening over heeft. Zo word je als politieke ambtsdrager nogal eens als graaier, plucheplakker of elite weggezet. Een zeer onterecht beeld dat echt niet op gaat voor onze beroepsgroep.
De mensen die mij inmiddels een beetje kennen weten dat ik niet bang ben aangelegd. Ik durf dan ook met droge ogen te zeggen, dat als Nederland tot een van de best bestuurde landen ter wereld wil blijven behoren, met een democratisch bestel waarin ruimte is voor macht en tegenmacht, en spraak en tegenspraak, wij moeten stoppen met het steeds weer snijden in ons eigen vlees en zelfbewust naar voren moeten stappen. We hebben goede stevige bestuurders nodig die vrij durven denken en handelen. Daar hoort een gezonde rechtspositie bij, met een goed vangnet voor als het plots voorbij is. Wij willen immers dat er na ons generaties wethouders volgen van:
- Mensen die hun nek voor de samenleving uit willen steken.
- Mensen met competenties en vaardigheden om dat grote afbreukrisico aan te kunnen.
- Mensen die de grote dynamiek kunnen sturen naar een gewenst resultaat.
- Mensen die met oog voor diezelfde samenleving en met transparantie verantwoording af weten te leggen voor de moeilijke keuzes die soms worden gemaakt.
- Mensen die een vaak stabiele, goed betaalde baan opzeggen voor een onzeker bestaan.
Die mensen hebben wij nodig en willen wij blijven aantrekken. En daar past bij dat het wethouderschap gezien wordt als een ondeelbaar ambt. Dus niet langer in politieke spelletjes met elkaar uitvechten dat de partij met een zetel minder na de verkiezingen het ook maar moet stellen met een wethouder in deeltijd of een verkapte loononderhandeling doet met een deeltijdfactor. Doe elkaar dat niet aan. Maar ook je inwoners niet. De samenleving heeft recht op toegewijde bestuurders, die ook beloond worden voor die toewijding. Ik roep de minister, die straks na mij aan het woord komt dan ook op: Schaf de deeltijdfactor af en zorg ervoor dat de gemeente zelf kan bepalen hoeveel wethouders zij aanstelt. Want, ons onderzoek toont aan: het wethouderschap is niet in deeltijd uit te voeren, de wethouders met een deeltijdaanstelling kozen hier niet zelf voor. Het was altijd de uitkomst van onderhandelingen. Verder krijgen wij terug dat de positie aan de collegetafel en in het gemeentehuis écht minder is doordat men ‘slechts’ een deeltijdwethouder is.
En kijk, als premier Rutte bij machte is om zijn team met bewindspersonen uit te breiden omdat er nood aan de man is, waarom kan een gemeente dat niet? Zeker in een tijd waarin grote opgaven op het bordje van gemeenten komen, is het achterhaald hen geen zeggenschap te geven over de capaciteit met wie zij aan die opgaven wensen te werken. De werkdruk op wethouders is groot. Steeds meer wethouders zitten overwerkt thuis. Om deze oproep aan het kabinet kracht bij te zetten, zullen wij komende tijd werken aan een initiatiefwet die wij vanuit onze rol als belangenbehartiger verder willen brengen. Een unicum voor onze vereniging, maar wij achten het noodzakelijk.
Ik noemde net al even ‘macht en tegenmacht’ een begrip dat het afgelopen jaar een eigen vlucht heeft genomen door wat er zich in politiek Den Haag afspeelt. Maar lokaal werken wij nu bijna twee decennia aan het dualisme en ook dit vergt blijvend onderhoud.
Met het programma Democratie in Actie en alle rechtsvoorgangers van dit programma is sinds de invoering van het dualisme ondersteuning geboden en kennisuitwisseling georganiseerd op diverse thema’s als de participatiesamenleving, de energietransitie, intergemeentelijke samenwerking en digitalisering.
Centraal stond steevast het samenspel tussen de spelers in ons openbaar bestuur. De tango tussen wethouder en ambtenaar, het goed functioneren van de driehoek van burgemeester, gemeentesecretaris en de griffier, de maaltijdgesprekken tussen wethouders, burgemeesters en gemeentesecretarissen en de quickscan lokale democratie zijn hier sprekende voorbeelden van. Dit programma loopt nu af en 10 december (corona volente) is de digitale slotmanifestatie van dit programma.
Maar het einde van dit programma, is wat ons betreft het begin van een hernieuwde inzet om vorm te geven aan het samenspel binnen de gemeente, de dynamiek tussen macht en tegenmacht, het versterken van onze lokale democratie en het betrekken van onze inwoners. Hierin trekken wij net als voorheen graag op met onze zusterverenigingen het genootschap van burgemeesters, de raadsledenvereniging, de verenigingen van gemeentesecretarissen en griffiers en de VNG. Uiteraard hopen wij daar ook het ministerie van BZK weer aan onze zij te vinden als een stevige hoeder van onze democratie.
Wij hebben er allen belang bij als het ministerie van Binnenlandse Zaken een stevige rol gaat krijgen. De eerste geluiden uit het Catshuis zijn dat Wonen weggaat bij BZK en dat er weer onderdelen van Veiligheid terug zullen komen. Wij hopen in ieder geval dat ook onze democratie een nog stevigere plek krijgt bij het moederdepartement. Want net als bij Woningbouw en bij Veiligheid geldt, dat regeren vooruitzien is. En als wij niet nu handelen hebben we straks niet alleen een gigantisch woningtekort en onveilige wijken en buurten, maar ook geen man of vrouw meer die zich wil inzetten voor het mooie politieke ambt. En met het aantal vrouwen in dat ambt is het wat mij betreft sowieso al slecht gesteld. Tegen alle vrouwen die twijfelen wil ik met Simone de Beauvoir zeggen: “Je bent niet als vrouw geboren, je wordt er een.” En die parallel gaat ook op voor de wethouder!
Deze periode traden er per maand bijna 10 wethouders af. Daarmee gaan wij richting de 500 totaal voor deze bestuursperiode. Wij hebben de laatste maanden de NSOB-onderzoek laten doen naar het aftreden van bestuurders. De pers maakt hier vaak een raar feestje van door vooral te schrijven over de records die gebroken worden met het aantal bestuurders dat al dan niet gedwongen het veld ruimde. Liever media-aandacht voor de inhoudelijke analyse en de vraag hoe dit te voorkomen.
De NSOB zal vandaag ook spreken en de kritische vraag stellen ‘naar wie sturen we de taart?’
Maar terug naar het ministerie van BZK. Dit jaar heeft het ministerie een onderzoek laten uitvoeren naar de benoemingswijze van de burgemeester. Even los van de uitkomsten van het onderzoek, hebben wij steeds aangegeven dat een dergelijke discussie niet los te bezien is van bv het wethouderschap. Je kunt het niet over de rol en positie van één speler hebben, zonder de effecten daarvan op de overige spelers te bekijken. Om die reden hebben wij de afgelopen maanden stevig ingezet op het verkrijgen van een goed beeld over de effecten die u ervaart bij een aantal omgevingsfactoren die van invloed zijn op het ambt.
De laatste maanden hebben wij met wethouders gezocht naar een antwoord op de vraag ‘wat is het wethouderschap van de toekomst en wie is de wethouder van de toekomst’? Wij zijn gestart met een enquête en voeren deze weken gesprekken met kleine groepen wethouders over 4 omgevingsfactoren in het wethouderschap. Te weten de Maatschappelijke ontwikkelingen, de Bestuurlijk organisatorische ontwikkelingen, de Financieel economische ontwikkelingen en de ontwikkeling van het ambt. In de antwoorden was een aantal dingen heel opvallend:
- U ziet een verruwing in raad en samenleving, een steeds verder versnipperd politiek landschap en een juridisering van contacten met inwoners. Ontwikkelingen die uw werk niet makkelijker maken.
- Het samenwerken aan de collegetafel en met de burgemeester en met de ambtelijke organisatie wordt positiever gezien dan met de raad, vooral ook omdat het debat in de raad verruwt en daarmee lastiger is geworden.
- En dan de gemeentefinanciën. De financiële ruimte voor gemeenten (of kan ik beter zeggen het gebrek daaraan?), de verdeling van de middelen en het al dan niet hebben van genoeg geld om ambities waar te maken wordt als een negatief element ervaren door bijna alle deelnemers. Velen van jullie zijn ook niet te spreken over de beleidsvrijheid die overblijft na alle decentralisaties en binnen de huidige financiële kaders.
- U geeft in groten getale aan behoefte te hebben aan professionalisering en meer ruimte voor reflectie tijdens uw wethouderschap. U begrijpt, die handschoen pakken wij graag samen met u op!
Ten aanzien van wat er nodig is om het ambt van wethouder goed uit te kunnen voeren en wat je in huis moet hebben, heeft Berenschot, in onze opdracht, het competentieprofiel van de wethouder tegen het licht gehouden en uitgebreid. Zo kunnen nieuwe wethouders na hun aantreden bij ons een assessment invullen en rolt hier direct een competentieprofiel uit inclusief een persoonlijk aangepast opleidingsaanbod waarmee een nieuwe (of zittende) wethouder aan de slag kan om zich nog verder te bekwamen!
Dit hangt samen met het bestuurlijk ontwikkelplan dat wij als Wethoudersvereniging lanceren. Want, een leven lang leren zou natuurlijk ook voor wethouders moeten gelden! Als wethouder heb je er recht op je verder te ontwikkelen en bekwamen, en eigenlijk zouden inwoners dat ook van ons moeten en mogen verwachten! Dus hebben wij het bestuurlijk ontwikkelplan ontwikkeld. Met het assessment en de bestuursstijlentest in de hand en de mogelijkheid tot collectieve opleidingen en persoonlijke begeleiding kan elke wethouder werken aan haar of zijn ontwikkeling.
Nu de verkiezingen er aan komen, breken er ook voor ons als vereniging spannende tijden aan. Want we lopen de kans een deel van onze trouwe leden als actief wethouder te ‘verliezen’ (maar uiteraard als alumni te winnen!). Uiteraard hopen wij dat als u door wilt gaan, u dit ook gegeven is. Voor de nieuw aangetreden lichting bestuurders zullen wij het komende jaar weer hard werken om hen kennis te laten maken met de vereniging en met ons aanbod in opleidingen en ondersteuning.
Dat begint natuurlijk met het nieuwe starterspakket. Er wordt op dit moment nog driftig gewerkt aan een nieuw boek dat als handboek soldaat mag gelden. Met daarin prachtige bijdragen van Julien van Ostaaijen, Marcel Boogers, Pieter Tops, Sabine van Zuijdam en vele anderen. En met veel liefde komen wij dat daar waar mogelijk persoonlijk langs brengen bij de nieuwgevormde colleges. Verder zullen wij u uiteraard ook ondersteunen via de digitale kanalen. Dus met veel plezier kondig ik hier onze nieuwe website aan. Vanaf vandaag live. Hier vindt u o.a. het eerdergenoemde bestuurlijk ontwikkelplan en straks uw persoonlijke digitale naslagwerk. Van de door u genoten leergangen worden de studiepunten bijgehouden, zodat u ook een certificaat kunt uitdraaien met daarop informatie over de door u opgedane kennis en vaardigheden. Wij gaan volgend jaar werken met podcasts en andere digitale kennisuitwisseling. Al met al veel ijzers in het vuur om u de juiste ondersteuning te geven.
Ook belangrijk: de geheel vernieuwde website van APPA: het APPA-Plein, te vinden op www.appaplein.nl. Hierop vindt u alle relevante informatie bij een eventueel vertrek als wethouder.
Kortom, u mag van ons verwachten dat wij ons in blijven zetten voor het wel en wee van de wethouder. Wij zullen niet alleen de kanten belichten van waar het schuurt en kraakt, maar ook laten zien dat wij trots mogen zijn dat er dag in dag uit, bijna 1.400 wethouders zijn die zich met ziel en zaligheid inzetten voor een van de best bestuurde landen ter wereld. Laten wij met elkaar zichtbaar maken wat wij doen. Niet uit borstklopperij, maar uit trots op het ambt. Bekend maakt bemind en begrip voor elkaar…. dat is wat ik onze beroepsgroep toewens in deze warrige tijden.
In 1943 zei Simone de Beauvoir het al zo treffend: “Willen we sporen achterlaten in deze wereld, dan moeten we solidair zijn.”
Ik dank jullie voor jullie aandacht.