De toekomst van het wethouderschap

In het meerjarenbeleidsplan van de Wethoudersvereniging hebben wij de ambitie geformuleerd om als vereniging meer proactief te opereren; onze onderzoeksagenda is onderdeel van deze benadering. Als vereniging zien wij verschillende ontwikkelingen in en rond het ambt van wethouders – het doel van dit onderzoek is om daar reflectie op te bieden.

Een directe aanleiding is een onderzoek dat momenteel wordt gedaan naar de benoemingswijze van de burgemeester: een bestuurlijk-organisatorische discussie die mogelijk grote impact heeft op het wethoudersambt. Het standpunt 
van de Wethoudersvereniging is dat je het hier alleen over kunt hebben als je de lokale politieke spelers in hun onderlinge samenhang beschouwt – het is geen goed idee om uitsluitend aan één knop te draaien. Want als je het één verandert, dan heeft dat ook invloed op de andere elementen in het politieke speelveld. Vanuit de belangenbehartiging van wethouders binnen dit proces wil de Wethoudersvereniging graag een op de toekomst gerichte visie over de invulling van het wethouderschap creëren. In het kader daarvan is een enquête gehouden en zijn er focusgroepen georganiseerd, met als doel om de nieuwe toekomstvisie op het wethouderschap te onderbouwen en vorm te geven met reacties vanuit de doelgroep zelf.

Ongeveer tien procent van alle wethouders heeft meegedaan aan de enquête; daarmee is het onderzoek representatief te noemen.1 Naar aanleiding van de enquête is er vervolgens met ongeveer 80 wethouders doorgepraat in zeven focusgroepbijeenkomsten. Er stonden zowel in de enquête als in de focusgroepbijeenkomsten vier factoren centraal die een grote impact hebben op het wethoudersambt: ontwikkelingen op het bestuurlijk-organisatorische en financieel-economische vlak, maatschappelijke ontwikkelingen en ten slotte ontwikkelingen rond het ambt zelf. In deze toekomstvisie worden de onderzoeksresultaten toegelicht, waarbij we vooral ook de deelnemers aan de focusgroepen (geanonimiseerd) aan het woord laten komen door middel van citaten uit de bijeenkomsten. Daarna volgen een
aantal aanbevelingen en een visie op de gewenste ontwikkelingen in de rol, positie en omgeving van de wethouder de komende jaren.

Wat doen we?