Belangrijk onderzoek ‘Wethouder tussen Rijk, regio en samenleving’
Wethoudersvereniging: Drie van de vier wethouders heeft te maken met maatschappelijke onrust
7 maart 2025 – Wethouders werken in een uiterst complexe omgeving met speelvelden die steeds sneller veranderen. Het vertrouwen in de politiek neemt af, wethouders hebben veel te maken met maatschappelijke onrust, en zoeken naar manieren hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan.
Dat zijn de meest in het oog springende bevindingen uit nieuw onderzoek in opdracht van de Wethoudersvereniging, waar bijna alle wethouders in Nederland lid van zijn.
Het onderzoek over de spagaat van de wethouders tussen het Rijk, de regio en inwoners is afgelopen jaar uitgevoerd door het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht.
Dagkoersen
‘De wethouder staat midden in dit krachtenspeelveld en moet alle zeilen bijzetten om stand te kunnen houden tussen steeds verder toenemende veranderingen in beleid, en onuitvoerbare wet- en regelgeving‘, zegt Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging. Van Gool: ‘Denk maar eens aan de asiel- en vluchtelingenwetgeving en de ontwikkelingen in de energietransitie, het lijken soms wel dagkoersen.’
Het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht heeft in 2024 in opdracht van de Wethoudersvereniging het onderzoek uitgevoerd naar het fenomeen maatschappelijke onrust, de rol en ervaringen van wethouders, de impact op de wethouder en wat de wethouder nodig heeft. Het onderzoek betrof onder meer media-analyses, enquêtes, focusgroepen, en interviews.
Feiten uit het onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat meer dan driekwart van de ondervraagde wethouders wel eens te maken heeft gehad met vormen van maatschappelijke onrust.
Opmerkelijk is dat bijna alle wethouders die mee hebben gedaan aan het onderzoek de Rijksoverheid als medeveroorzaker zien van maatschappelijke onrust (95 procent, tegenover 74 procent van hen die de gemeente als medeveroorzaker zien). Wethouders staan dicht bij de samenleving en zijn in staat om aan oplossingen te werken, maar dat vraagt wel consistentie en wederkerige samenwerking tussen overheidslagen.
En tenslotte geven wethouders aan dat ervaringen met maatschappelijke onrust gevolgen hebben voor het privéleven van de wethouder. Meer dan de helft van hen geeft aan dat het gedrag verandert, wat impact heeft op fysieke en mentale gezondheid.
‘De spagaat waarin wethouders zich begeven, moet snel ten einde komen’, zegt Van Gool. ‘De onevenredige werkdruk en werklast bij wethouders moet omlaag. Het ambt moet aantrekkelijk worden.’
Gelijkwaardigheid
Van Gool: ‘Wethouders hebben budget en beleidsvrijheid nodig om hun taak waar te maken. Aan beiden ontbreekt het nu. Middelen en mogelijkheden om lokale én landelijke ambities waar te maken, dát is waar wethouders en in beginsel onze samenleving bij gebaat zijn. De wetgever zou gevoelig moeten zijn voor de signalen van wethouders over de maatschappelijke onrust die zij ervaren door rijksregelgeving en moeten leren van lokale ervaringen en desgewenst de wet aanpassen.’
‘Er moet snel overleg komen op basis van gelijkwaardigheid, waarin gesproken kan worden over zaken die goed gaan, en beter kunnen in de uitvoering van wet- en regelgeving’, eist Van Gool. De Wethoudersvereniging is het volledig eens met de onderzoekers die ook het belang van goede interbestuurlijke samenwerking benadrukken.
Door samenwerking en stabiliteit kan het vertrouwen in de overheid mogelijk toenemen en de maatschappelijke onrust verminderen, stellen de onderzoekers. ‘En zo werken we samen aan een mooi bestuurlijk Nederland waarin de huidige en toekomstige wethouders graag hun steentje bijdragen’, zegt Van Gool.
Download de pdf:
Rapportage Wethouder tussen Rijk regio en samenleving 040325.pdf